Voetproblemen bij reumatische aandoeningen als reumatoïde artritis (RA), artrose (OA), spondyloarthritis (SpA) en jicht komen veel voor en gaan gepaard met voetpijn, beperkingen in het dagelijks functioneren en een verminderde kwaliteit van leven.

Signalering, diagnostiek en behandeling van voetproblemen in een vroeg ziektestadium zijn belangrijk om pijn en beperkingen te verminderen en verslechtering van voetfunctie te voorkomen [10], maar vinden in de dagelijkse praktijk onvoldoende plaats.

Uit een studie onder patiënten met RA bij Reade bleek dat slechts 40% specifieke voetzorg kreeg [11]. In de 1e lijn lijken voetproblemen nog minder te worden behandeld. Onder zorgprofessionals is er vaak beperkte expertise in het herkennen en behandelen van voetproblemen gerelateerd aan RA. Ook vanuit de patiënt is er onvoldoende kennis over de inhoud en toegankelijkheid van de zorg. Hier ligt een mooie uitdaging voor ons als professionals in de reumatologie.

Lees hier het hele artikel over dit onderzoek

Wil je de e-learning volgen? Download dan hier de flyer van de E-learning NHPR

Al jaren probeer ik huisartsen en klinisch chemici te overtuigen dat de reumaserologie niet thuishoort in de eerste lijn. Sterker nog, al meer dan tien jaar bestaat er een NHG-artritisrichtlijn waarin expliciet wordt aangegeven om geen reumaserologie aan te vragen als huisarts.

Waarom? Omdat er geen klinische relevantie is in de eerste lijn, ongeacht de aanwezigheid van artritis. Reumafactor/anti-CCP antistoffen hebben bovendien alleen betrekking op reumatoïde artritis en zeggen dus niets over de andere 199 reumatische ziekten. Desondanks wordt reumaserologie ten onrechte gebruikt als surrogaatmarker voor artritis/reumatisch lijden in het algemeen.

Bovendien leiden foutpositieve uitslagen soms tot vervelende discussies, omdat patiënten met de verwachting komen dat ze ‘reuma’ hebben.Daarentegen kan foutnegatieve reumaserologie tijdige verwijzing vertragen. In de eerste lijn is het dus essentieel om artritis goed te herkennen op basis van anamnese en lichamelijk onderzoek.

Ook de klinisch chemici in mijn regio durfden niette stoppen met het aanbieden van reumaserologie, omdat men vreesde dat huisartsen dan uitwijken naar andere laboratoria. In mijn ziekenhuis worden ongeveer 1500 van de 2600 aanvragen van reumaserologie per jaar door huisartsen gedaan. Geëxtrapoleerd naar landelijk kost dit onnodig miljoenen euro’s per jaar, nog afgezien van de zorgkosten door foutieve verwijzingen en milieubelasting door de plastic materialen en reagentia.

Vorig jaar heb ik een poging gewaagd dit probleem gelijktijdig aan te kaarten bij de NVR, NHG en NVKC, maar helaas zonder succes, terwijl alle partijen afzonderlijk het gedachtegoed wél ondersteunen. De NVR verwees mij naar het NHG, de NVKC verwees me naar NVR en NHG. Het NHG verzocht een onderzoeksgroep een de-implementatietraject op te starten met als doel 50 procent minder aanvragen over twee jaar tijd. Hiervoor wordt helaas extra gemeenschapsgeld aangewend in plaats van volledige afschaffing.

Dit jaar verscheen vanuit Zorginstituut een document dat o.a. verwijst naar het advies om niet onnodig reumaserologie aan te vragen in de eerste lijn. Als dit net zo goed gelezen en gehandhaafd wordt als de NHG-richtlijn, zal er weinig veranderen.

Al met al een gemiste kans om een snelle en efficiënte een vraagstuk van zinnige zorg aan te pakken. Hiervoor heb je geen toeziend oog nodig van het Zorginstituut. Passender aanpak was geweest om de reumaserologie in de eerste lijn uit het vergoedingspakket te verwijderen.

Leroy Lard, reumatoloog

https://www.medischcontact.nl/opinie/reacties/ingezonden-reactie/onzinnige-zorg?utm_source=mc_nieuwsbrief&utm_medium=email

“Ascorbic acid alleviates rheumatoid arthritis by inhibiting the production of autoantibodies”

Achtergrond
Ascorbinezuur kan de functie van het immuunsysteem reguleren. Deze studie had als doel de onderliggende mechanismen van ascorbinezuur bij plasmaceldifferentiatie en reumatoïde artritis (RA) te onderzoeken.

Methode
Muizen werden intraperitoneaal geïnjecteerd met ofwel ascorbinezuur of een equivalent volume fosfaatgebufferde zoutoplossing (PBS). Om de effecten van ascorbinezuur op artritis te verduidelijken, gebruikten we een muismodel van collageen-geïnduceerde artritis (CIA). Om de effecten van ascorbinezuur op de antilichaamrespons te onderzoeken, werden muizen geïmmuniseerd met (4-Hydroxy-3-nitrofenylacetyl)-Ficoll (NP-Ficoll) of (4-hydroxy-3-nitrofenyl) acetyl-sleutelgatlimpethemocyanine (NP-KLH) om respectievelijk een T-cel-onafhankelijke (TI) of T-cel-afhankelijke (TD) antilichaamrespons op te wekken. Om het vermogen van ascorbinezuur op de productie van plasmacellen te verduidelijken, volgden we het differentiatielot van B-cellen op de NP-specifieke B1-8hi BCR transgene achtergrond.

Resultaten
Muizen die met ascorbinezuur waren geïnjecteerd, vertoonden een significant vertraagde ziekte-incidentie en verminderde ernst van de ziekte vergeleken met muizen die met PBS waren geïnjecteerd. Ascorbinezuur kan de titers van autoantilichamen in zowel artritis- als lupus-muismodellen verminderen. Ascorbinezuur kan het aantal plasmacellen en de productie van antigeen-specifieke antilichamen in zowel TI als TD antilichaamrespons significant verminderen. Bovendien kan ascorbinezuur de affiniteitsrijping van antilichamen verstoren. Door middel van adoptieve overdrachtsexperimenten met B1-8hi is aangetoond dat ascorbinezuur de differentiatie van B-cellen in plasmacellen op een cel-intrinsieke manier remt. Na grondig onderzoek hebben we ontdekt dat ascorbinezuur de celcyclus van B-cellen kan blokkeren en celdood kan bevorderen. Mechanistisch gezien remt ascorbinezuur de productie van autoreactieve plasmacellen door de Stat3-signaleringsroute te remmen.

Conclusie
Onze studie toont aan dat ascorbinezuur het vermogen heeft om de vorming van autoreactieve plasmacellen te onderdrukken, de productie van autoantilichamen te verminderen en daardoor het begin van reumatoïde artritis te vertragen.

Lees hier het volledige artikel

FESSH 2024 in Rotterdam: Een Succesvol Evenement

De NERASS kijkt met trots terug op het onlangs afgesloten FESSH 2024 congres, dat plaatsvond van 26-29 juni in Rotterdam. Dit prestigieuze evenement bracht handchirurgen, handtherapeuten, revalidatieartsen en en een enkele reumatoloog van over de hele wereld samen en bood een uitgebreid platform voor educatie, samenwerking en innovatie op het gebied van handproblematiek.

Hoogtepunten van het Evenement

Georganiseerd in het bekende De Doelen ICC, bood het congres een rijk programma met meerdere parallelle sessies, instructiecursussen, casusbesprekingen en workshops.

De sessies richtten zich op het hele spectrum van de hand en polsaandoeningen en hun behandeling, onder andere uitgebreid op perifere zenuwchirurgie, waarbij cruciale gebieden zoals brachiale plexus letsels en neuropathische pijn werden behandeld. Een van de hoogtepunten was ook de live chirurgie demonstraties in het cadaver lab die werden gestreamed naar de Doelen, waarbij diverse hand en polsoperaties stap voor stap werden voorgedaan op gebied van zenuwtransplantatie, 3D reconstructies van pols en onderarm, artroscopische ligamentreconstructies en gewrichtsvervanging bij duimbasisartrose.

Educatieve en Netwerkmogelijkheden

FESSH 2024 bood een breed scala aan educatieve mogelijkheden. Een speciale uitgave van het Journal of Hand Surgery European volume zal worden gewijdt aan bijdragen van het congres. Tevens waren er op basis van het tijdschrift sessies over de meest geciteerde en gedownloade artikelen en diepgaande discussies over onderzoeksmethodologieën. Deelnemers profiteerden van een divers aanbod aan onderwerpen, waardoor zowel gevestigde professionals als nieuwkomers in het veld waardevolle inzichten opdeden.

Het congres benadrukte ook het belang van netwerken en professionele samenwerking. Sociale evenementen, waaronder een onvergetelijk feest in de trendy Stadshavenbrouwerij in Rotterdam, faciliteerden verbindingen tussen collega’s en bevorderden een gemeenschapsgevoel en gedeeld leren.

FESSH/NVvH congres fellowship

Een opvallend aspect van het evenement was de FESSH/NVvH congres fellowship, die geselecteerde deelnemers de mogelijkheid bood om observaties te doen bij toonaangevende handchirurgie praktijken in Nederland. Deze stage omvatte een onderwijsdag en sessies in het cadaver lab, met als doel excellentie in handchirurgie te bevorderen en wereldwijde samenwerkingen te versterken. Deelnemers konden praktijkervaring en inzichten verwerven van internationale experts voor hun professionele ontwikkeling

Rotterdam ontdekken

Naast de conferentiezalen hadden deelnemers de kans om Rotterdam te verkennen, bekend om zijn verbluffende architectuur, multiculturele keuken en levendige culturele scene. Velen namen de tijd om de attracties van de stad te bezoeken, zoals de skyline, de drukke haven en verschillende horeca gelegenheden, wat een unieke en vooral plezierige dimensie toevoegde aan hun congreservaring.

FESSH 2024 in Rotterdam was een groot succes en liet deelnemers achter met nieuwe kennis, waardevolle connecties en blijvende herinneringen.

NERASS spreekt zijn waardering uit voor alle deelnemers, sprekers en organisatoren die dit evenement tot een heuglijk moment op het gebied van de handchirurgie in Europa hebben gemaakt met een uitgesproken Nederlands karakter.

Jaarlijks reikt het NERASS bestuur een stipendium uit van 1500 euro t.b.v. onderzoek, het verwerven van kennis of het verspreiden van kennis op het gebied van reumachirurgie of een ander onderwerp dat past binnen de doelstellingen van de NERASS. Tijdens het NERASS voorjaarscongres op 17 mei 2024 is dit Stipendium voor 2024 uitgereikt aan David Ueckert. David is fysiotherapeut in het LUMC, Afd. Reumatologie Ambulante Zorg (RAZ) – KNO – Gynaecologie – Psychiatrie.

Het bestuur van NERASS feliciteert David met het Stipendium!

Jaarlijks reikt het NERASS bestuur een stipendium uit van 500-1500 euro t.b.v. onderzoek, het verwerven van kennis of het verspreiden van kennis op het gebied van reumachirurgie of een ander onderwerp dat past binnen de doelstellingen van de NERASS. Tijdens het NERASS voorjaarscongres op 23 juni 2023 is dit Stipendium uitgereikt aan Hilde van Kouswijk. Hilde is Promovenda in het LUMC.

Sylvia Kroese

Sylvia is sinds december 2022 lid van het NERASS bestuur. Graag stelt Sylvia zich aan jullie voor!

Sinds oktober 2021 ben ik als reumatoloog werkzaam in het Hagaziekenhuis op zowel locatie Den Haag als locatie Zoetermeer. Ik werk als allround reumatoloog met als aandachtsgebieden echografie van het bewegingsapparaat en zwangerschap & reumatologie, in het bijzonder zwangerschap bij vrouwen met systemische lupus erythematosus (SLE).

In december 2022 ben ik toegetreden als algemeen bestuurslid bij de Nerass. Wat ik zo leuk vind aan de Nerass, is het multidisciplinaire karakter van zowel de vereniging als de congressen, waarbij wetenschap gecombineerd wordt met direct toepasbare adviezen voor in de spreekkamer. Ik kijk er naar uit me in te zetten voor zowel de vereniging als het vormgeven van de congressen.